Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Even [21]op dienzelfden dag ging Noach, en Sem, en Cham, en [22]Jafeth, Noachs zonen, desgelijks ook Noachs huisvrouw, en de drie vrouwen zijner zonen met hem in de ark; 21. Hebr. in, of, op het been, of het wezen van dien dag, alzo onder 1 Sam.7:26. Zie Ezech.2:3. 22. Hebr. Jepheth.